De ochtend van 1 januari rinkelt een telefoon. Murphy, een jongeman van 25 jaar, wordt wakker omringd door zijn jonge vrouw en 3-jarig kind. Hij beluistert zijn antwoordapparaat. In het bericht vraagt de moeder van Electra hem ongerust of hij niets meer heeft gehoord van haar lang verdwenen dochter. Ze vreest dat zij een ernstig ongeval heeft gehad. In de loop van een lange, grijze dag, bevindt Murphy zich alleen in zijn appartement en mijmert over zijn grootste, twee jaar durende liefdesverhaal met Electra: een passionele verliefdheid die allerlei beloftes, spelletjes en excessen inhield en plots werd onderbroken toen het meisje, na een relatie met drie te hebben geprobeerd, zwanger van hem werd.