Twee jongetjes in het Sprookjesbos stelen een bezem van een onderhoudswagen. Ze rennen naar het Sprookjesmuseum waar ze een boek vinden met het verhaal van Hugo. Zodra ze gaan lezen begint de verfilming. We zien de jonge Hugo van den Loonsche Duynen in 1796. Hij besteelt een rijkaard. De oudste der Bokkerijders achtervolgt hem en vraagt of hij het vak ècht zo willen leren. Na een paar jaar behoort Hugo tot één van de beste en beruchtste der Bokkerijders. Dan moet er een opvolger komen voor de oudste. De strijd gaat tussen Hugo en een andere Bokkerijder, Lodewijck, en wordt beslecht in Villa Volta in het voordeel van Hugo. Wanneer hij het zilver van de Villa bijelkaar graait, verschijnt een geest, die hem vervloekt. Hij wordt verbannen in zijn eigen huis en zal pas vrede vinden als iemand met een rein geweten zijn woonstede binnentreedt.